AMSTERDAM – Het gerechtshof in Amsterdam heeft vandaag in hoger beroep een 43-jarige man uit Hoorn veroordeeld tot 15 jaar gevangenisstraf voor het doden van Sumanta Bansi en het verbergen van haar lichaam in februari 2018. Deze uitspraak bevestigt de eerdere veroordeling van de rechtbank, waarbij dezelfde straf werd opgelegd, en stemt overeen met de eis van het Openbaar Ministerie in hoger beroep.
Sumanta Bansi, die in 2016 vanuit Suriname naar Nederland kwam om te studeren, woonde destijds bij de veroordeelde en zijn gezin in Hoorn. In de nacht van 18 op 19 februari 2018 verdween Sumanta spoorloos, en lange tijd was haar lot onbekend. Ze was op dat moment 22 jaar oud en in verwachting. De veroordeelde, de vader van haar ongeboren kind, ontkende tot voor kort elke betrokkenheid bij haar verdwijning en dood.
Hoger beroep
Pas na zijn veroordeling door de rechtbank in juli 2022, waarbij Sumanta’s lichaam nog steeds niet was gevonden, gaf de veroordeelde toe dat hij haar met messteken had omgebracht en haar lichaam op een industrieterrein in Hoorn had begraven. In hoger beroep beweerde hij dat Sumanta hem had aangevallen met een mes in haar slaapkamer, wat leidde tot het fatale incident.
Ongeloofwaardig en inconsistent
Het gerechtshof oordeelde echter dat de verklaring van de veroordeelde ongeloofwaardig en inconsistent was, en niet ondersteund werd door politieonderzoek. Het hof verwierp het beroep op noodweerexces en legde de gevangenisstraf van 15 jaar op. Bij de strafbepaling werd benadrukt dat de veroordeelde de nabestaanden van Sumanta gedurende lange tijd in onzekerheid had gelaten over haar lot, wat als verzwarende omstandigheid werd beschouwd.