Bijzondere middeleeuwse veenputten gevonden op Landgoed Monnikenberg bij Hilversum
(08 juni 2023)
Groeven eigenzinnige Gooise boeren in de late middeleeuwen illegaal naar turf? In 2021 verschenen er veenputten, afgravingen van veen, bij graafwerkzaamheden voor natuurherstel op Landgoed Monnikenberg. Uit onderzoek bleek dat de veenputten uit de middeleeuwen afkomstig zijn en dat het gewonnen veen waarschijnlijk werd verkocht. Een bijzondere archeologische vondst, vertelt onderzoeker Jan Sevink, want “in die tijd was het illegaal om gedroogd veen, turf, als brandstof te verhandelen naar buiten het Gooi.”
Het natuurherstel bij Landgoed Monnikenberg, ten oosten van Hilversum, is onderdeel van het project Voltooiing Groene Schakel. Op veel plekken in ons land doorsnijden wegen en spoorlijnen de natuur. Dat belemmert dieren de oversteek te maken van het ene natuurgebied naar het andere. De Groene Schakel verbindt natuurgebieden in ‘t Gooi en op de Utrechtse Heuvelrug met elkaar door een grote faunatunnel (onder de A27) en een natuurbrug. In het project wordt het gebied daar omheen voor planten en dieren ecologisch zo goed mogelijk ingericht.
Natuur op Monnikenberg en vlonderpad voor wandelaars
Groene Schakel-programmamanager Maarten Broos van de provincie Noord-Holland: “Om het gebied aantrekkelijk te maken voor dieren is op Landgoed Monnikenberg een ven en de omringende natuur hersteld.” Monnikenberg is een landgoed van het Goois Natuurreservaat tussen de A27, Hilversum en het spoor in. Om het ven te herstellen, is het zand afgegraven dat in het midden van de 19e eeuw op het ven was gestort bij de aanleg van het landgoed. Deze afgraving van 3 hectare grond gebeurde in november 2021. Broos: “Op dat moment was al bekend dat daar een bodemlaag is die water slecht doorlaat, mogelijk een veenlaag.”
Graven naar veen
De slecht doorlatende (‘stagnerende’) bodemlaag op Monnikenberg heeft de aandacht van Jan Sevink, gepensioneerd hoogleraar fysische geografie (UvA). Hij doet samen met Bas van Geel, gepensioneerd palynoloog, bodemonderzoek in het Gooi. Een palynoloog is een expert in pollenanalyse, waarmee de vroegere vegetatie vastgesteld kan worden. Sevink bracht met proefboringen in kaart hoe diep een kraanmachinist mag graven om te voorkomen dat hij de nog aanwezige veenlaag en onderliggende stagnerende laag aantast.
Tijdens de afgraving in 2021 werd duidelijk dat er in het verleden systematisch naar veen was gegraven. Sevink: “Er verscheen een patroon van langgerekte vakken die ons wezen op gegraven veenputten. Om het vak heen zag je zwarte randen; grond die nog intact is. Die randen waren nodig om te voorkomen dat de overige vakken te snel volliepen met water.” De boeren groeven destijds een put van zo’n 10 meter lang en tot maximaal 2 meter diep. De laag stuifzand die de veenlaag bedekte haalden ze weg om bij het veen te komen. Vervolgens groeven ze de volgende put en stortten oudere putten vol met de weggegraven grond, vertelt Sevink.
Langgerekte veenputten
Een ander bewijs voor het systematisch graven naar veen zijn de gevonden paalgaten. Sevink vermoedt dat het veen hier op houten palen werd gedroogd. “Ook zie je in de grond duidelijk de schopsteken. Dit zijn plekken waar je letterlijk ziet waar met de schop gegraven grond is gedumpt. Dit konden we al goed zien toen we van het Goois Natuurreservaat een proefkuil mochten graven om de bodemlagen te dateren.”
Gevonden paalgaten: de gele vormen rechts in de zwarte grond
Dateren veenputten
De vondst dateren bleek nog lastig. “De plantenresten uit het oudste veen dat wij vonden dateren van zo’n 3.000 voor Christus. Dat bleek uit de radiokoolstofdateringen (14C-datering van organisch materiaal) die we lieten uitvoeren. Maar we hadden een probleem: in de veenresten vonden we ook boekweit en korenbloem. Dit gewas en deze akkerplant werden pas in de 14e eeuw grootschalig geïntroduceerd. Dat betekende dat wat wij eerst aanzagen voor oud veen in werkelijkheid bestond uit verspoelde oude en nieuwe grondlagen. “Er was dus gegraven”, licht Sevink toe. “Omdat het zand en veen zo vermengd waren, was radiokoolstofdatering op basis van plantenresten niet mogelijk.”
Sevink en Van Geel gooiden het over een andere boeg. Met een bijdrage van de provincie zetten ze de dateringstechniek ‘optisch gestimuleerde luminescentie (OSL)’ in. Dit is een methode waarmee aardwetenschappers het moment berekenen waarop een zandkorrel voor het laatst aan licht is blootgesteld. Door plastic buizen in de verspoelde laag en de veenlaag te ‘slaan’ kun je een bodemmonster nemen zonder dat deze met licht in aanraking komt. “De verspoelde lagen hebben we zo kunnen onderzoeken. Daaruit bleek dat daar 500 jaar geleden, rond 1500, is gegraven naar veen en dat de grond zo’n 300 jaar geleden is afgedekt met zand.”
Onderzoekers Jan Sevink en Bas van Geel in een proefkuil
Legaal graven, illegale handel
Deze resultaten werpen licht op waarom hier in het Gooi zo systematisch is afgegraven. Sevink: “In de late middeleeuwen mochten boeren op eigen terrein naar veen graven, maar dat waren meestal ‘rommelveenputten’, zoals we ze overal in Nederland tegenkomen. Bij Monnikenberg zag je 3 hectare grond die systematisch is afgegraven. Als je duikt in de geschiedenis lees je dat de boeren in het Gooi, de ‘erfgooiers’, eigen baas waren. Zij beheerden gemene gronden waarmee zij als boerengemeenschap konden doen wat zij wilden, zoals het graven naar veen.”
Rond 1450 ontstond er in de Nederlanden een gebrek aan brandstof en dat leidde er toe dat men meer turf ging winnen. Dit zorgde voor een verlies van land, omdat er hierdoor meren en plassen ontstonden in het veengebied. De overheid probeerde daarom de turfwinning te beperken, met als gevolg dat de brandstofprijzen erg stegen. “Het lijkt er sterk op dat de Gooise boeren in dit gat sprongen door zich te verenigen en dit stuk grond af te graven”, aldus Sevink.
“Ze hadden het recht om het veen af te graven, maar het op de markt brengen en verhandelen ervan buiten het Gooi was verboden. Je ziet dat ook terug in processtukken. In 1464 ontstond in Muiden namelijk een oproer, omdat boeren uit Hilversum op de markt flinke hoeveelheden turf probeerden te verkopen, waarop de schout (ambtenaar met bestuurlijke of gerechtelijke taken) ingreep. Dat eindigde in een oproer en uiteindelijk een proces tegen die boeren.”
Natuur en recreatie
Na het archeologisch onderzoek is het weer aan de natuur. Op Monnikenberg staat nu de rust centraal. Maarten Broos legt uit hoe de natuur zich herstelt en hoe het gebied wordt ingericht: “Na het afgraven van de laag grond is het ooit aanwezige ven weer snel ontstaan. Het waterniveau van het ven kan door natte en droge periodes verschillen. Daaromheen is heidestrooisel verspreid, zodat de heide sneller terugkeert. De padenstructuur is aangepast en er is een prachtig vlonderpad voor wandelaars aangelegd in het ven.” Lees meer op de website Voltooiing Groene Schakel.
Aangelegd vlonderpad over het ven
Bron tekst en foto: Provincie Noord-Holland