24 augustus 2022 – Column Peter Ursem: Beschaafd of hufterig?
Oekazes vanuit de Haagse ministeries om gemeenten te verplichten nooddruftigen op te vangen wordt een aanslag op de democratie genoemd. Ik kan dat goed begrijpen. Regio’s en gemeenten hebben de taak om de zaken binnen hun grenzen goed op te lossen. Dat is hun verantwoordelijkheid. De landelijke overheid heeft haar eigen verantwoordelijkheden, waar ze zelf maar oplossingen voor moeten bedenken.
Wanneer ik zo’n tekst lees, dan denkt een flink deel van mij: ja, dat is gewoon zo. Zo moet het gewoon maar blijven, maar de dagelijkse praktijk laat zien dat dit niet echt altijd goed werkt. De opvang van asielzoekers is nu een uiterst prangend probleem waarbij de vraag naar wie verantwoordelijkheid moet nemen voor wat dan ook niet zo makkelijk te beantwoorden is. De gemeente Tubbergen, een behoorlijk eind van ons vandaan, kreeg ineens te maken met een landelijke overheid die een landelijk probleem wil oplossen binnen hun gemeentegrenzen. Je hebt kunnen vernemen in alle mogelijke media dat de rapen gaar zijn.
Je hebt kunnen vernemen in alle mogelijke media dat de rapen gaar zijn.
Staatssecretaris Eric van der Burg heeft met dit dossier in zijn portefeuille een hondenbaan. In Ter Apel zijn elke avond mensonterende taferelen te zien met veel asielzoekers die met hun procedures moeten beginnen. Los van de vraag of het goed is om wat opvang van asielzoekers betreft even een tijdje Hongarije te spelen om de instroom te verminderen, blijft er de realiteit dat er veel te weinig opvangplekken bestaan in Ter Apel en heel Nederland vindt dat zij niet binnen de gemeentegrenzen van ter Apel verkeert.
Natuurlijk moet je nu het verwijt laten horen dat de regering de boel heeft laten versloffen in een periode dat er iets minder opvang nodig was, maar daarmee hebben veel mensen die volgens de afspraken over opvang van oorlogsvluchtelingen en andere noodgebieden, waar we vol trots onze hoge beschaving bewijzend, internationaalhandtekeningen voor gezet hebben, nog geen fatsoenlijke opvangplek. Wij hebben in Nederland geen kampen met tenten in de prut en gebrek aan alles. Concentratiekamptaferelen zien we liefst alleen nog in oorlogsfilms als er maar een gelukkige afloop bij is.
De landelijke regering heeft dus steken laten vallen, maar de staatssecretaris die nu maar moet zien hoe hij alles opgelost krijgt kan plannen maken wat hij wil, verzoeken om hulp uitzenden naar alle regio’s en gemeenten toy hij een ons weegt en mooie verhalen vertellen over gedeelde verantwoordelijkheid, de meeste Nederlandse gemeenten, ook de Westfriese, hebben nog niet volmondig geroepen: ‘Joh, zet ze bij ons neer! Geef er een flinke zak geld bij en we lossen het voor je op! Wij voelen ons verantwoordelijk en wij dragen nog steeds met trots het speldje met: Wij zijn beschaafd!’
Ik zou mijn schouders ophalen over brulkoren over staatsterreur.
Ik mag lezen dat onze bestuurders in gezamenlijkheid nog niet zomaar ja zeggen tegen de minister. Dat is natuurlijk niet hetzelfde als: Nee! Ben je bedonderd? Dat overleggen moet natuurlijk zeer zorgvuldig gebeuren en nu in recestijd moet je de politici ook de kans geven hun batterij weer op te laden. Het is echt niet ondenkbaar dat er binnen pakweg twee of drie maanden een duidelijk antwoord komt en ja, dat kan ook nee zijn. Dat mag natuurlijk niet een reden zijn om onze gemeenten weg te zetten als weigergemeenten.
Ik probeer me dan in te denken in de gemoedstoestand van Eric van der Burg. Ik zou dan zoeken naar andere oplossingen. Radicaal zijn en waar het nog mogelijk is opvangcentra in te richten. Bijvoorbeeld op het terrein van de vroegere Glasbak in Hoorn. Mooi terrein, flinke afmetingen en dan krijg je een substantieel deel van de Nederlandse opvangverantwoordelijkheid mee ingevuld. Ik zou mijn schouders ophalen over brulkoren over staatsterreur. Ik vind het eigenlijk voornamelijk jammer voor de op te vangen asielzoekers. Wat een pech dat ze juist hulp zochten in een hufterig Nederland.