13 juli 2022 – Column Peter Ursem: Vlagvertoon
Vandaag hingen bij ons in de straat twee vlaggen uit. Tot mijn verrassing gewoon rood-wit-blauw zoals dat gebruikelijk is. Er hingen ook tassen aan de stok en ik verbaasde me eerlijk gezegd over mijn verbazing over dit vlagvertoon, terwijl dit al jaren een traditie is in ons land. Ben je geslaagd, dan hang je de vlag uit. We hebben dat nota bene bij het slagen van onze eigen kinderen ook gedaan. Overigens alleen voor het slagen vanwege het behaalde diploma van de middelbare school.
De Nederlandse driekleur uithangen bij dergelijke kleine feestelijke gebeurtenissen heeft volgens mijn waarneming nooit geleid tot nationale verontwaardiging. Bij feest mag je vlaggen. De vlag staat voor jouw feestelijke trots. Nu pas stel ik me de vraag of een particulier feestje een reden mag zijn om de nationale driekleur uit te hangen. Toen ik nog leraar was op onze basisschool heb ik enige jaren de taak gekregen tijdens 4 mei de vlag halfstok en op 5 mei de vlag ten top te hijsen in de vlaggenmast voor de school. En het kan vast wel eens gebeurd zijn tijdens een ander heel feestelijk moment voor de school.
Nu zien we in de hele regio de Nederlandse vlag omgekeerd hangen.
Nu zien we in de hele regio de Nederlandse vlag omgekeerd hangen. Het is een uiting van het boerenprotest. ‘Blauw, wit, rood is boeren in nood.’ Daar staat het nu voor. De Black Lives Matter hanteert ook de omgekeerde Amerikaanse vlag en op meerdere plekken in de wereld is omdraaien van vlaggen een teken van protest. In de Middeleeuwen werd de omgekeerde vlag ook al gebruikt om opstand aan te geven en in de scheepvaart betekent zo’n omgekeerde vlag dat het schip in nood verkeert. Er is dus niks nieuws onder de zon en je zou kunnen denken dat dit gewoon een geaccepteerde manier kan blijven om een groot protest te onderstrepen.
Wanneer je een klein beetje moeite doet om het gebruik van protestvlaggen te onderzoeken, dan kun je lezen dat het anders gebruiken van de Nederlandse vlag ook gedaan is door bepaalde (politieke) bewegingen, waar wellicht niet iedereen blijmoedig onder wil staan. Zo is in de dertiger jaren de Prinsenvlag gevoerd door de NSB, ook nog nadat in 1937 de kleuren rood, wit, blauw bij Koninklijk Besluit tot de enige nationale vlag werd verheven. Recenter is die prinsenvlag gekozen door rechts-radicale groepen als Voorpost, de Nederlandse Volks-Unie, de Nationalistische Volks Beweging en Stormfront. De PVV heeft – helaas niet erg verrassend – ook een tijdje grote voorliefde gehad voor deze driekleur.
Ik ben geen nationalist, maar ik hou van dit land.
Het omkeren van de vlag is al een tijdje een keuze van ‘de gele hesjes’ en het is ook waargenomen bij de protesterende coronawappies. Twee groepen die naar mijn mening liever brullen dat ze niet gehoord worden dan open staan voor uitleg en overleg. Wanneer onze nationale driekleur nu gevoerd wordt om de protesten van de boeren te onderstrepen, begin ik me af te vragen in hoeverre dit symbool ook inhoudt dat uit- en overleg niet meer gewenst zijn en dat we rücksichtslose acties mogen verwachten. We hebben er al een aantal gezien en veel boeren en hun organisaties hebben laten weten daarmee niet geïdentificeerd te willen worden.
Ik ga ervan uit dat de meeste mensen die met groot genoegen een omgekeerde vlag hebben hangen niet gerekend willen worden tot de groepen van intolerante groep van complotdenkers met een antidemocratische instelling. Zij doen echter met het onbevangen ophangen van dit vlagvertoon die groepen een groot plezier. Ik ben geen nationalist, maar ik hou van dit land. De leefsfeer van de nog lang niet ideale vorm van democratie die we hier kennen is een verademing wanneer je die vergelijkt met veel andere democratieën. Ik hoop dat ludieke foute vlaggenzwaaiers dit ook niet zullen vergeten.